dinsdag 27 oktober 2015

Lesvoorbereidingsformulier

Les: Beeldende vorming
Groep: 8

Titel: de Bozbezbozzel
Groep: 8
Onderwerp: dieren
Vlak/ruimtelijk: ruimtelijk
Beeldaspect: structuur, textuur en ruimte doorstekend
Materiaal/techniek: karton/papier in verschillende kleuren, stanleymes, snijplaat.
Type les: fantasie
Vakgebied: Nederlands, biologie, geschiedenis

1. Onderwijsdoel

Betekenis: Het is de bedoeling dat de kinderen na het horen van het gedicht ‘’de Bozbezbozzel’’ van Cees Buddingh, hun eigen bozbezbozzel maken.

De Bozbezbozzel lijkt wat op
Een jenk, maar heeft een klein're kop.

Zijn poten staan steeds twee aan twee
Als eenmaal bij het stekelree.

Hij hinnikt als een maliepaard,
En als het sneeuwt heeft hij een staart.

Wanneer die staart zijn kop zou zijn,
Was hij precies een spieringzwijn.

En als hij zeven staarten had,
Een kossosale kolbakrat.

Nu lijkt hij nog het meeste op
Een jenk, maar met een klein're kop.

Hierbij moeten de kinderen gebruik maken van hun eigen fantasie en het beest zo creëren, zoals zij denken dat een Bozbezbozzel eruit ziet. Het gedicht zorgt ervoor dat je ideeën krijgt om mee aan de slag te gaan.

Vorm: De vorm moet ruimtelijk en ruimte doorstekend zijn. Daarmee bedoel ik dat het kunstwerk 3D moet zijn en dat de verschillende onderdelen via een constructie verbonden moeten worden. Daarnaast moeten de dierlijke elementen duidelijk te zien zijn. Dit kan door het gebruik van verschillende papiersoorten. Zo gebruik je bijvoorbeeld zwart voor het lijf, grijs voor de poten en wit voor de kop. Bovendien is het belangrijk dat je de structuur van de huid goed weergeeft, dit kun je doen door verschillende papiersoorten te combineren of door kleine stukken uit het karton/papier te snijden, hiermee kun je bijvoorbeeld schubben aangeven.

Materiaal/techniek: Verschillende soorten papier en karton in grijstinten, een snijplaat, stanleymes en een schaar. De techniek die je gebruikt, is het maken van gleufverbindingen en het snijden in het papier. Deze opdracht doe je in tweetallen.

Beschouwing: Het is belangrijk dat je voordat je hieraan gaat beginnen, goed luistert naar het gedicht om inspiratie te krijgen. Daarnaast is het goed om na te denken over welke dieren je wilt combineren om een nieuw dier te ontwerpen. Hiervoor kun je eventueel afbeeldingen van dieren opzoeken. Verder is het belangrijk dat je weet hoe je dit wilt gaan maken met de verschillende kleurtinten en hoe je het kunt maken. Dit kun je uitproberen door te kijken hoe je het papier/karton allemaal kunt vouwen, buigen en/of knippen.

Werkwijze: Het is de bedoeling dat je het papier/karton gaat vouwen, vervouwen, buigen, knippen en snijden zodat je er ruimtelijke vormen en constructies mee kunt maken.

Onderzoek: Voordat je aan de slag gaat, moet je gaan onderzoeken hoe je jouw eigen Bozbezbozzel creëert. Dit doe je door te kijken naar welke dierlijke elementen je wilt gebruiken en hoe je hiervan een ruimtelijke constructie gaat maken, zonder het gebruik van lijm of plakband. Verder onderzoek je ook hoe je de dierlijke elementen zoals de staart, de huid, de snuit en de poten goed kunt weergeven.

2. Lesopbouw

Oriëntatie:
-        Introductie: Meer vertellen over het dier de Bozbezbozzel. Wat het inhoudt, hoe het ontdekt is, en waar het eventueel kan voorkomen.  
-        Informatie: Meer informatie geef ik door het gedicht voor te lezen, beeldmateriaal van verschillende dieren en didactische voorbeelden te laten zien. Verder laat ik zien hoe je ruimtelijke dieren kunt maken zonder het gebruik van lijm/plakband. Daarnaast wil ik ook foto’s laten zien van hoe je de huid structuur kunt geven.
-        Instructie: Voordat de kinderen aan de slag gaan, geef ik een korte instructie hoe je werkt met een stanleymes. Daarnaast geef ik ze een instructie over het werken met gleufverbindingen, hoe je structuur kunt geven aan de huid en wat je bijvoorbeeld kan doen om het beest ruimtelijk te maken. Deze instructie zal ongeveer 10 minuten duren. Daarna mogen ze zelf aan de slag.

Begeleiding: Tijdens het zelfstandig werken loop ik rond en ga ik kijken bij wie het goed gaat en bij wie niet. Bij diegene waar het niet goed gaat, ga ik helpen. Maar ik zorg er wel voor dat ze het zelf doen, ik geef ze alleen ideeën en help ze op weg. Verder mogen ze tijdens het zelfstandig werken om extra instructie vragen of om hulp vragen als ze niet weten hoe ze verder moeten.

Afronding: Na een bepaalde tijd moeten ze stoppen met de opdracht. Ik geef van te voren aan hoe lang ze hebben. Dan ruimen de kinderen die klassendienst hebben alles op en mag iedereen zijn Bozbezbozzel in het midden van de klas neerzetten. Dan gaan we kijken naar welke dieren gemaakt zijn met dezelfde techniek en welke dieren totaal verschillend zijn. Zo bespreken we de opdracht kort na, daarna mogen de kinderen zelf een mooie plek voor hun Bozbezbozzel uitzoeken, zodat we een soort mini tentoonstelling van onze kunstwerken hebben. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten